Blog Layout

Beter een burn-out voorkomen dan ervan te genezen.

Jeroen Ruijters • 8 augustus 2020
Burn-out, het is een cliché maar daarom niet minder waar, het is sowieso beter om een burn-out te voorkomen dan er 1 te krijgen en er dan vervolgens van te moeten herstellen. Waarom? Omdat herstel maanden, soms wel jaren, kan duren. Een burn-out voorkomen doe je vooral door kleine gewoontes te vormen en aan te passen.

Wil je weten hoe je een burn-out kunt voorkomen?

Je komt niet in een burn-out door te hard werken.
Je komt in een burn-out door hard te werken zonder de tijd te nemen om te herstellen.
Je lichaam is veerkrachtig, het kan een hoop hebben. Het heeft een enorm zelfherstellend vermogen. 
Maar het kan niet herstellen wanneer het te lang onder veel stress staat.
De momenten van stress zijn de momenten waarop je een beroep doet op de veerkracht van je lichaam. 
Deze momenten moeten afgewisseld worden met momenten van herstel. 
Gebeurt dat niet, dan is het als een elastiek voorbij zijn rek: er knapt iets.
Dus om een burn-out te voorkomen moet je herstel belangrijk maken.
Slaap goed. Dat betekent dat je bóven het minimale aantal uur gaat zitten wat je nodig hebt om te ‘functioneren’.
Plan tijd in om niets nuttigs te doen zonder schuldgevoel. Tijd om te lanterfanten, om te spelen, om dingen te doen die je blij maken.
Zorg regelmatig voor een paar aaneengesloten vrije dagen. Zoals een weekend zonder werk. 
Zorg dat je in die periode niet bereikbaar bent voor stressverhogende werkzaken.
Verander af en toe je omgeving. Ga er bijvoorbeeld een weekend tussenuit of ga een weekje op vakantie.
Bouw herstelmomenten in tijdens je werkdagen. 
Mediteer bijvoorbeeld elke dag, geniet rustig van je lunch, neem af en toe een pauze van een paar minuten tussendoor om bewust adem te halen.
Plan na een drukke periode bewust een rustige periode in. Probeer je werkdruk te verlagen en een tijdje meer rust te nemen tot je je weer fit voelt.
Herstellen is essentieel om een burn-out te voorkomen. Dus neem het serieus – je zult jezelf dankbaar zijn.

Teveel te doen in te weinig tijd. 
Dagen, weken en maanden achter elkaar. Dát is hoe je in een burn-out terecht kunt komen.
Hard werken is het probleem niet. Teveel werk met een krappe deadline is het probleem. Wil je een burn-out voorkomen? 
Zorg dan voor minder tijdsdruk óf minder werkdruk.
Bespreek de situatie met je leidinggevende en laat hem of haar kiezen: wat moet als eerst af? Want het kan niet tegelijkertijd.
Weersta de drang om door te werken in je vrije tijd. 
Creëer een duidelijke grens tussen werk en niet-werk en bewaak deze grens zodat je kunt herstellen.
Maak je werk duidelijker voor jezelf. Door te plannen, maar ook door te focussen op 1 specifieke taak. 
Zo verminder je stress, verhoog je je concentratie en krijg je meer gedaan.
Tijdsdruk is een geweldige motivator. Maar niemand kan constant sprinten. 
Verander – om een burn-out te voorkomen – je werkdagen in een marathon, met af en toe een sprintje naar de finish.

Zorg goed voor jezelf.
Je werk is belangrijk voor je – dat is duidelijk. Als je een burn-out wilt voorkomen is het belangrijk dat je zelfzorg nét zo belangrijk maakt. Al is het maar omdat je lichamelijke, emotionele en mentale gezondheid samen het platform vormen voor het werk dat je verricht.
Als jij niet in vorm bent (vermoeid, overwerkt, angstig, paniekerig, etc.) dan kun je veel minder waarde toevoegen in je werk.
Goed voor jezelf zorgen is een essentieel onderdeel van werksucces. 
De balans bewaren voorkomt een burn-out en zorgt ervoor dat je rustig door kunt werken. Dag in dag uit. Met plezier, voldoening en hoge effectiviteit.

Plan je week!
Hoe meer er van je gevraagd wordt, des te belangrijker het is dat je een weekplanning maakt. Een weekplanning helpt je prioriteiten stellen, balans creëren en overzicht bewaren. Maak deze op zondag. Dan begin je maandag de week meteen goed.
Dit brengt rust, vertrouwen en een gevoel van controle. Drie gevoelens die helpen een burn-out te voorkomen. Met een weekplanning geef je jezelf de vrijheid om te stoppen met nadenken of wat je doet wel ‘het juiste’ is. Je kunt gewoon aan de slag gaan volgens je plan, en erop vertrouwen dat hiermee alles gedaan komt.
door Jeroen Ruijters 7 november 2020
Ontmoet, connect, praat en groei!
door Jeroen Ruijters 20 oktober 2020
Wie wil je zijn? Precies – wie wil je zijn? Een interessante vraag. Veel mensen beantwoorden deze vraag met: ¨Ik ben Mirjam.¨ of ¨Ik ben Pieter.¨ Of ¨Ik ben jurist.¨of ¨Ik ben ondernemer.¨ Maar je hebt meerdere rollen in je leven. En wie wil je echt zijn met betrekking tot je dromen? Wie wil je zijn naar je familie, je vrienden, je kinderen toe? Wie wil je zijn richting de wereld om je heen, de samenleving, de aarde? En – het allerbelangrijkst – wie wil je zijn richting jezelf ? We zoeken allemaal naar een doel, een richting, een betekenis in ons leven. Hoe wil jij herinnerd worden wanneer je er niet meer bent? Je kunt richting vinden door jezelf de volgende vragen te stellen. Wie ben je momenteel al? Je vertelt jezelf de hele dag door verhalen, wie ben jij dan? Zonder dat andere mensen oordelen en hun mening geven? Wie ben je als je gewoon jezelf bent en helemaal ontspant? Hoe beter je kijkt des te beter je dit beseft: wie je wilt zijn is wie je al bent , de versie van jezelf zonder al het overbodige. Onderzoeken wie je wilt zijn is een pad van verwijderen en het accepteren van jezelf. Wat is jouw puurste natuur, gooi al het overbodige overboord en accepteer wat overblijft. Je kunt niet alles voor iedereen zijn, maar je kunt wel jezelf zijn. Daar voelen veel mensen zich onzeker door. Want het betekent ook dat je de minder positieve kanten van jezelf accepteert. Terwijl je diep vanbinnen liever wilt dat je helemaal perfect bent. Maar het punt is: je bent al perfect – inclusief je minder positieve kanten. Het kost de meeste mensen soms wel een leven lang om dat te beseffen. Dat andere stemmetje in mij. Wie wil je zijn? De vraag lijkt simpel te beantwoorden als je er niet te diep over nadenkt. Misschien wil je miljonair. Of er uitzien als een model. Misschien wil je wel een topsporter zijn of een boeddhistische monnik. Als je echter wat langer nadenkt begin je te zien dat er bepaalde eigenschappen zijn die nou eenmaal onderdeel uitmaken van je basissysteem. Je voelt je – van nature – aangetrokken tot bepaalde zaken. En je bent – van nature – geneigd om je hiermee bezig te houden. Soms klopt dit niet met wat zich afspeelt in die verhalen in je hoofd, dat andere stemmetje in jou dus. Want misschien vertel je jezelf dat je een stadsmens bent, dat je gek bent op het turbulente leven. Terwijl je ontdekt dat je eigenlijk het meest gelukkig bent in de rust in de natuur. Beide verlangens kunnen je in tegengestelde richting trekken. Ze kunnen elkaar mooi in balans houden, zolang jij ze beide accepteert en niet de ene eigenschap wegduwt omdat die niet ‘past’ bij het verhaal dat je over jezelf wilt vertellen. Vraag je eens af: wat is een rode draad door mijn leven? Wat zijn bezigheden die je als kind automatisch oppakte die je nu nog steeds blij maken? Waar voel je je automatisch naar aangetrokken? In welke situaties voel je je vanzelf gelukkig? Die onderliggende aantrekking ervaar je omdat het onderdeel is van wie je bent. Het is zogezegd waar je voor gemaakt bent! Wat blijft er over als je de verhalen loslaat? Wie wil je zijn? Uiteindelijk kom je tot de conclusie: je bent wat je bent. En al die verhalen vormen samen wie je bent en is gebaseerd op gedachten en overtuigingen. En dat kan wel eens gecompliceerd zijn. Het voelt dan zwaar. Dit is wat de onrust in je leven veroorzaakt. Echte zelfacceptatie betekent dat je gewoon bent wie en wat je bent. Zonder verhalen die je twijfels geven, zonder oordelen, zonder verwachtingen. Je ademt uit, ontspant en begint met gewoon zijn. Wie wil je zijn? Je wilt helemaal jezelf zijn. Wat houdt dat in? Het betekent dat je je gedachten minder serieus leert nemen en leert ontspannen en loslaten. Dat je begint met accepteren dat je veel minder controle hebt dan je dacht – en dat dat verrassend oké is. Waarom worstelen zoveel mensen dan hiermee? Omdat ze de antwoorden in de buitenwereld zoeken, maar je vindt ze in jezelf. En dat is – gek genoeg – vaak de laatste plek waar we zoeken naar antwoorden.
Show More
Share by: